Excursie naar het Fochtelooërveen, Veenhuizen en Norg
Donderdag 9 augustus
“Over landlopers, hunebedden, water en kraanvogels”
Tussen het uitgestrekte natuurgebied het Fochtelooërveen en de dorpen Veenhuizen en Norg bestaan veel historische en landschappelijke relaties. Juist in het kader van ons centrale thema van dit jaar, de cultuurhistorie, is een bezoek aan dit gebied dan ook zonder meer zinvol.
Frans Blanckenborg, voormalig regio directeur Noord van Natuurmonumenten, die ons een aantal jaren geleden ook al heeft mee genomen naar het Mantingerzand (Plan Goudplevier), zal ons daarover het nodige vertellen en uiteraard ter plekke laten zien. Ook zijn echtgenote Ans zal de hele dag met ons meegaan.
In het op de grens van Friesland en Drenthe gelegen Fochtelooërveen kwam de grootschalige turfwinning betrekkelijk laat op gang. Tegen de tijd dat de turfgravers het centrale deel van het ooit immens grote hoogveengebied naderden daalde de vraag naar turf omdat de steenkool als huisbrandstaf zijn intrede deed. In 1938 kocht Natuurmonumenten samen met It Fryske Gea de kern van het nog gespaarde deel, ruim 200 ha. Jammer genoeg ging buiten het aangekochte gebied de turf- en strooiselwinning nog tot 1980 door waarmee een groot deel van de buffer rond het reservaat verloren ging. De ontgonnen landbouwgronden, onder anderen nodig voor de boerderijen rond de kolonie Veenhuizen, werden diep ontwaterd waardoor ook de gespaarde hoogveenkern langzamerhand verdroogde.
In de jaren 80, toen de hoogveenvorming vrijwel geheel tot stilstand was gekomen, zijn in het reservaat dammen gelegd om het regenwater langer vast te houden met als doel om zo de hoogveenvorming weer op gang te krijgen. Het resultaat liet echter te wensen over. Delen werden veel te nat terwijl andere delen nog te droog bleven. Eind tachtiger jaren werd een nieuwe strategie ingezet om alsnog op vrij grote schaal de hoogveenvorming weer van de grond te krijgen. In de eerste plaats werden de betrekkelijk grote compartimenten doormiddel van dammen verkleind waardoor een veel gerichter beheer mogelijk werd. Daarnaast werden veel landbouwgronden rond het veen gekocht en in extensief landbouwkundig gebruik genomen. Deskundige, maar vooral, enthousiaste plaatselijke aankopers van Natuurmonumenten wisten binnen enkele jaren maar liefst 1500 ha landbouwgrond te verwerven. Hierdoor kon rond het reservaat een ruime buffer worden aangelegd. Deze strategie lijkt succes te hebben. Als klap op de vuurpijl vestigden zich enkele jaren geleden twee Kraanvogels in het gebied en die gingen zowaar nog broeden ook. Ineens was het Fochtelooërveen landelijk nieuws.
Inmiddels is het gebied zo nat dat we er zelfs met laarzen niet in kunnen maar gelukkig is er vanaf het fietspad dat door het gebied loopt voldoende te beleven.Verder zullen we een bezoek brengen aan een uitkijktoren/vogelkijkhut die Natuurmonumenten aan de rand van het gebied heeft laten bouwen. Dit is niet zomaar een vogelhut maar een modern bouwwerk van staal en hout. Hiermee wilde de Vereniging laten zien dat ook een vogelkijkhut een architectonische uitstraling kan hebben en geen dissonant in het landschap hoeft te zijn. Ook al zullen er tijdens ons bezoek weinig vogels zijn waar te nemen, het uitzicht over het uitgestrekte veengebied is on-Nederlands en daarnaast misschien ook een aardige gelegenheid over het voor en tegen van dit soort voorbeeld/prestige projecten met elkaar te discussiëren. Frans zal dan misschien ook nog onthullen wat dit “torentje”gekost heeft.
smaken verschillen
Wie begin 19e eeuw Veenhuizen zegt, zegt dan vooral Maatschappij van Weldadigheid. In die periode stichtte namelijk generaal Van den Bosch in Veenhuizen een zogeheten dwangkolonie naar voorbeeld van de al eerder opgerichte vrije koloniën ter bestrijding van de armoede middels arbeid in Frederiksoord, Wilhelminaoord en Boschoord. De toen geldende Wet op de Landloperij maakte het mogelijk in Veenhuizen mensen te krijgen en aan het werk te zetten. (Daar hebben we nu dus het Centrum voor Werk in Inkomen voor). Er werden drie gestichten gebouwd en in de omgeving van het dorp een groot aantal boerderijen waar de zogenaamde “verpleegden” te werk werden gesteld. Alles wat voor de instandhouding van de gestichten nodig was, werd zelf verbouwd of geproduceerd. Zo werd het dorp een volledig zelfvoorzienende kolonie. Ondanks alle veranderingen die Veenhuizen zou ondergaan kende men nooit gebrek ja zelfs niet tijdens de Tweede wereldoorlog.
In 1875 komt de kolonie in handen van het Ministerie van Justitie. De Wet op de Landloperij was inmiddels afgeschaft en de Maatschappij van Weldadigheid zat in grote financiële problemen. Veenhuizen werd nu van dwangkolonie een strafkolonie en dat voorzag kennelijk in een grote behoefte want er verrezen veel nieuwe gebouwen en woningen voor het personeel. Het hele bouwproces stond onder leiding van de rijksbouwmeester en het is dan ook niet verwonderlijk dat de strakke hiërarchie die er in de kolonie heerste in de bouwstijl is terug te vinden.
Rond 1980 trok het Ministerie van Justitie zich hoe langer hoe meer terug achter de hekken van de gevangenissen en kwam de specifieke taak van Veenhuizen geleidelijk te vervallen. Was tot die tijd Veenhuizen een dorp met louter dienstwoningen – wie er werkte woonde er en visa versa – daarna stoot Justitie tal van gebouwen en huizen af en dreigde het dorp te verpauperen.
Aan die negatieve ontwikkeling komt gelukkig rond 2000 een einde want er kwamen toen namelijk verschillende initiatieven van de grond om het zo specifieke dorp weer levenskrachtig te krijgen zonder dat het historische karakter verloren gaat. Onder leiding van Frans zullen we tijdens de excursie ter plekke een en ander bekijken.
Tussen Veenhuizen en Norg liggen een aantal prachtige natuurgebieden die het complete esdallandschap (1000 ha), weliswaar niet zo erg bekend zijn maar een bezoek meer dan waard vertegenwoordigen. Neem bijvoorbeeld het dal van de Slokkert direct ten noordoosten van Veenhuizen. Een prachtig kleinschalig beekdallandschap. In eigendom en beheer bij Natuurmonumenten. Punt van discussie zal daar zeker zijn in hoeverre het mogelijk is dit kleinschalige landschap doormiddel van integrale begrazing in stand te houden.Via het oude Drentse dorpje Westervelde en het Norgerholt ( met de oudste Hulstbomen van ons land) komen we in het brinkdorp Norg waar op een zonnig terras een koel pilsje klaar zal staan.
10.00 uur Verzameling in het Informatiecentrum van Natuurmonumenten waar Frans tijdens een kopje koffie met iets er bij een korte toelichting zal geven over veiligstelling en beheer van het te bezoeken gebied.
10.30 uur Vertrek met auto’s naar het parkeerterrein bij de Uitzichttoren. Bezoek aan de toren.
11.45 uur Wandeling langs en door het Fochtelooërveen en de Staatsbossen naar Veenhuizen (ongeveer 7 km). Onderweg verorberen we onze meegenomen broodjes.
14.30 uur Aankomst bij de “Koffie en theetuin “Zunneschien”, Hospitaallaan 2, 9341 AH Veenhuizen, tel. 0529-388419. Zij die het wandelen dan wel bekeken hebben, kunnen hier achterblijven en worden later van uit Norg opgehaald.
Zunneschien
15.00 uur Wandeling door het beekdal ven de Slokkert via Westervelde (Hunebed), Norgerholt naar Norg.
Hunebed Westervelde
17.00 uur Aankomst op de Brink in Norg. Pilsje.
De chauffeurs van de auto’s die bij de Uitkijktoren staan worden met de in Norg gestationeerde auto’s weer naar hun voertuig gebracht.
18.00 uur Diner in het restaurant Karsten te Norg, Brinkweg 6, 9331 AA, tel. 0592-613484.
Neem vanuit alle richtingen de weg Drachten – Beilen (de N381). Bij Oosterwolde neem je bij de stoplichten de afslag richting Veenhuizen. (Vanuit Drachten links vanuit Hoogersmilde rechts).
Je gaat langs de oostkant van Oosterwolde met in de bebouwde kom nog een rotonde die je recht oversteekt
Ongeveer 8 km na de stoplichten op de N381 neem je bij het vakantiepark/huisjescomplex Goudmeer een weg naar rechts ( ANWB richtingaanwijzer nr 5333). Aan het begin van deze weg staat een bord Informatiecentrum Natuurmonumenten. Na ruim een kilometer wordt de weg smaller en ga je het reservaatgebied in. In de tweede boerderij aan de rechterkant is het informatiecentrum gevestigd. De auto’s achter de boerderij op het parkeerterrein parkeren.
Opgeven.
Uiterlijk maandag 6 augustus bij Anneke Stemerding, tel 0592-231405 of e-mail sna.stemerding@kpnplanet.nl. Vooraf opgeven wat je wilt eten is bij Karsten niet nodig ze hebben daar voldoende capaciteit.