Excursie naar de Waterleidingduinen bij Castricum

 

vrijdag 15 februari 2013

voorbereid door Betty, Evert, Tonny en Truus

 

wilde zwanen

 

Inleiding (ondermeer gebaseerd op de website van de PWN)

In 1903 kocht de provincie Noord-Holland het landgoed Bakkum aan. In 1920 werd het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) opgericht voor de drinkwaterwinning en distributie door de provincie. De terreinen werden opengesteld voor het publiek. Na 1933 volgde uitbreiding van de bezittingen. PWN ging bijna heel Noord-Holland voorzien van schoon drinkwater. Amsterdam hield eigen waterleidingduinen. PWN kreeg ook het beheer van de duinterreinen toegewezen. Vanaf 1960 nam het belang van recreatie en natuurbescherming in het duingebied sterk toe. In de tweede helft van de 20e eeuw is overgegaan op infiltratie van voorgezuiverd rivierwater (uit het IJsselmeer en de Rijn) in de duinen, om de ondergrondse watervoorraad weer op peil te brengen en de achteruitgang van de natuur, als gevolg van de sterk gedaalde grondwaterstand, een halt toe te roepen.

Het duinlandschap
Nederland heeft een dynamische kust, opgebouwd uit zand. Zee en wind zorgen ervoor dat het zand voortdurend in beweging is. Dit heeft geleid tot een uniek duinlandschap dat zich uitstrekt van de kop van de Zeeuwse eilanden via de Zuid- en Noord-Hollandse kust tot de Waddeneilanden.

Een korte schets van de geschiedenis van de duinen na de ijstijd.

Dertienduizend jaar geleden steeg het waterpeil in de Noordzee tot de huidige kustlijn. De getijdenstromingen van de zee zetten zand af in de vorm van evenwijdig lopende strandwallen. Hiertussen lagen vochtige, van de zee afgesloten strandvlaktes. Deze vormden de basis voor het duingebied en het aangrenzende achterland zoals we die nu kennen. De duinvorming vond plaats in het jongste geologische tijdperk, het Holoceen. Zoutminnende planten hielden zandkorrels tegen waardoor de duinen steeds  hoger konden worden.
In het huidige landschap wordt  onderscheid gemaakt tussen de Oude Duinen, gevormd tot aan het begin van onze jaartelling, en de Jonge Duinen, ontstaan in de middeleeuwen tot ongeveer de 12de eeuw. De Jonge Duinen zijn het meest zichtbaar in het huidige landschap. De hoogste duinruggen reiken tot meer dan veertig meter boven de zeespiegel. De Jonge Duinen liggen deels op de Oude Duinen. Door de sterke winden veranderden de duinen voortdurend van plaats.

Zeedorpen
Rond de 11de en 12de eeuw ontstond een aantal kustplaatsen, later ook landgoederen. Bij Egmond aan Zee, Wijk aan Zee, Zandvoort en Katwijk zijn nog steeds fragmenten van het vroegere landgebruik zichtbaar. Zo vinden we er voormalige, door zanddijkjes omzoomde aardappellandjes en een kenmerkende plantengroei en vogelbevolking. De dorpelingen leefden van de visvangst, haalden uit de duinen wat ze voor het bestaan nodig hadden en lieten er vee grazen, waardoor het landschap open bleef. Zo ontstond het zogenaamde zeedorpenlandschap.

Een bron voor water
Vanaf de 17de en 18de eeuw werd de invloed van de mens op het duinlandschap steeds groter. De Oude en Jonge duinen werden ontgonnen om er landbouwgrond van te maken. Bos werd gekapt en grote delen werden afgegraven om allerlei teelten mogelijk te maken. Tuinbouw domineerde op de 'geestgronden' (zoals de afgegraven duinen werden genoemd), en later bollenteelt.
Toch mislukte landbouw in de duinen vaak omdat het milieu op den duur niet geschikt was. Het duin bleek echter wel geschikt als bron voor de drinkwaterwinning. Onder de duinen bevindt zich een grote zoetwatervoorraad.

Verstedelijking

In de 19de en vooral de 20ste eeuw verstedelijkte ons landschap in hoog tempo. In en aan de rand van de duingebieden kwam steeds meer stedelijke bebouwing, met wegen en spoorlijnen. De verstedelijking ging gepaard met een grote zandhonger. De sporen daarvan zijn in het duingebied op veel plaatsen nog te zien. Zanderijen (zandafgravingen) waren er tot ver in de 20ste eeuw in bedrijf. Tegenwoordig zijn wij zuinig op wat ons nog rest aan oorspronkelijk duinlandschap.

Het beheer verandert
Om het stuiven in de duinen tegen te gaan plantten de beheerders in de eerste helft van de 20ste eeuw helmgras en naaldbomen. De afgelopen decennia zijn de bossen aantrekkelijker gemaakt door meer variatie in de begroeiing toe te passen. Tegenwoordig wordt naaldhout zelfs gekapt om het oorspronkelijke landschap weer een kans te geven. Op veel plaatsen mogen de duinen, waaronder ook de zeereep, weer stuiven. De natuur wordt hierbij een handje geholpen door middel van natuurherstelprojecten. Dit dynamische duinbeheer wordt ontwikkeld in overleg met samenwerkingspartners als de hoogheemraadschappen, die verantwoordelijk zijn voor de zeewering.

Langs het Zuid-Hollandse deel van de kust wordt op een innovatieve manier kustbescherming en kustonderhoud uitgevoerd, bekend onder de naam de zandmotor. (Zie www.dezandmotor.nl) Tijdens onze excursie van 9 december 2010 naar Solleveld en Kijkduin hebben we daar toen al het een en ander over gehoord, maar er was toen nog geen zandplaat voor de kust te zien. Inmiddels is voor de kust ten zuiden van Den Haag een schiereiland ontstaan van meer dan 100 hectare. Door wind, golven en stroming verspreidt het zand zich de komende twintig jaren naar het noorden, misschien zelfs wel ten noorden van het Noordzeekanaal. Deze manier van bouwen met de natuur is een experiment. Misschien vindt het navolging langs andere delen van onze kust en vormt het nieuw strand en duinen die ons tegen de zeespiegelstijging beschermen en extra ruimte voor natuur en recreatie biedt.

 

 

Onderzoek

De PWN laat veel onderzoek uitvoeren ten behoeve van het beheer en behoud van het duin. Het betreft evaluerend onderzoek, signalerend onderzoek en onderzoek op specifieke projekten.

DE PWN doet evaluerend onderzoek om te kijken of de gestelde doelen worden gehaald. Enkele voorbeelden van dit onderzoek zijn:

Door signalerend onderzoek worden de ontwikkelingen in natuurwaarden en landschapsecologische processen in de gaten gehouden.  Voorbeelden van signalerend onderzoek zijn:

Veel onderzoek wordt door vrijwilligers gedaan.(bijvoorbeeld naar broedvogels, vlinders, libellen). Veel onderzoekslocaties maken deel uit van landelijke meetnetten. Particuliere organisaties (SOVON, FLORON, Vlinderstichting) verzamelen gegevens en coördineren het onderzoek. De meetnetten zijn onderdeel van de Natuurmonitor van de Rijksoverheid.

Tijdelijk onderzoek dat kennis oplevert voor nieuw beleid, beheer of inrichtingsmaatregelen is projectmatig onderzoek. Voorbeelden zijn:

De PWN besteedt onderzoek meestal uit, de eigen boswachters en vaak ook vrijwilligers leveren bijdragen.

Nieuwe ontwikkelingen vragen om een oplossing, zoals de aantasting van de natuur in de duingebieden, bijvoorbeeld door verdroging, neerslag van verontreinigende stoffen, toenemende recreatie en verstedelijking. PWN probeert een bijdrage te leveren om ongewenste ontwikkelingen een halt toe te roepen en voelt zich verantwoordelijk voor de instandhouding van plant- en diersoorten en de ontwikkeling van duinhabitats.

Tenslotte wordt bij het beheer aandacht geschonken aan aardkundige, archeologische en cultuurhistorische waarden.

 

Moderne onderhoudsmedewerkers

 

 

Programma

10.00.uur    We beginnen met een kopje koffie of thee in Johanna's hof (www.johannashof.nl) tegenover het bezoekerscentrum de Hoep, tel.0251-661066, https://www.pwn.nl.

10.30 uur     Excursie onder begeleiding van de boswachter Tycho Hoogstrate, waarbij het beheer van de natuur in dit duinterrein als waterwingebied centraal zal staan.

12.30 uur    In de Hoep kunnen we onze zelf meegebracht lunch opeten (voor een kopje koffie moeten we even oversteken naar Johanna's hof). In de Hoep kan je ook de tentoonstelling over de waterwinning bekijken.

13,30 uur    Excursie door het duin.

16.30 uur    Drankje en aansluitend een pannenkoek of een andere warme hap in Johanna's hof

 

Route beschrijving naar de Hoep

Het bezoekerscentrum ligt aan de Johannisweg 2 in Castricum. Dat is een zijweggetje links van de Zeeweg.

Neem vanaf de A9 afslag 10 richting Uitgeest. Volg steeds de richting Castricum over de N203. Neem na de bebouwde kom de richting Castricum/Castricum aan Zee (dat is de N513, het nummer staat niet op het ANWB-bord, als je recht door zou rijden dan zie je pal op de kruising het blauwe bord Limmen, daar vóór had je links moeten afslaan).

Je passeert een overweg. Je rijdt inmiddels al op de Zeeweg. Borden wijzen je verder naar het parkeerterrein van de Hoep (links)

.

    de Hoep

Je kunt de Hoep ook per trein bereiken: station Castricum en dan is het 2 kilometer. Zie de kaart hier onder

 

Voor het geval de files of de treinen tegen zitten: neem je mobieltje mee, hier onder het mobiele nummer van Evert

 

 

Opgeven

Uiterlijk dinsdag 12 februari bij Tonny of Evert, 071-5134259, 06 - 15 58 37 25 of evert@meelis.net .