Excursie Blauwe Kamer/ Grebbeberg.

 

dinsdag 15 november 2011

 

voorbereid door Geoske, Siebe en Tarq

 

 

De laatste veldexcursie van dit jaar gaat naar een tweetal gebieden die min of meer centraal in het land liggen. Er is gekozen voor een ochtendexcursie naar de Blauwe Kamer en na de lunch de Grebbeberg. Omdat het midden november al vroeg donker wordt hebben we besloten tussen de middag gezamenlijk de lunch te gebruiken zodat na het middagprogramma iedereen snel huiswaarts kan.

 

De Blauwe Kamer

 

Het rivieroeverreservaat in beheer bij het Utrechts Landschap ligt tussen de Grebbeberg en de Neder-Rijn.

Zoals in het hele rivierengebied stond vroeger ook hier een baksteenfabriek met de naam Blauwe Kamer. De naam verwijst naar een oude hofstede die al in 1636 op een kaart voorkomt. De meeste, en zo ook deze, steenfabrieken zijn rond de jaren 70 tig door vergaande schaalvergroting verdwenen. De Blauwe Kamer sloot in 1975  en de restanten van de fabriek verdwenen geleidelijk in het broekbos rond de kleiputten. Alleen de helft van de  vroeger 65 m hoge schoorsteen staat er nog. Voor vogelaars een interessant gebied en bij ijs een geliefde schaatsplek. Hoe aardig ook: de dynamiek was uit het gebied.

In 1992 werd de zomerdijk doorgestoken om de natuurlijke dynamiek in het rivierengebied te herstellen en daarmee ontstond het eerste rivieroeverreservaat in Nederland. Vervolgens besloot het Utrechts Landschap de zaak grondig aan te pakken. Zo werden de oude strangen en geulen weer uitgegraven. Mede door de inzet van grote grazers (Konikpaarden en Galloways ) is het gebied nadien veel gevarieerder geworden. De nog aanwezige ruïne van de voormalige steenfabriek werd een geliefde plek voor overwinterende (grootoor)vleermuizen. Ook kunnen de grote grazers hier makkelijk op hete dagen beschutting vinden.

 

 

 

lepelaars

 

In 2002 werd de verbinding met de zuidhelling van de Grebbeberg gemaakt als opmaat voor een ecologische verbinding tussen de Utrechtse Heuvelrug en de uiterwaardencomplexen van de Rijn en de Waal.

In 2004 hebben we in de zomer het gebied voor het eerst bezocht. Waren het toen vooral de planten die onze aandacht trokken nu zal het zwaartepunt op de  vogels liggen. Vanuit de vogelkijkhutten moeten die goed te zien zijn. De vogelbevolking is in de loop der jaren flink veranderd, zoals blijkt uit de resultaten van jaarlijkse  broedvogelinventarisaties door de KNNV Vogelwerkgroep Wageningen. Jaarlijks broeden er tegenwoordig zo'n 60-75 soorten; het aantal territoria nam toe van 350 in 1993 tot bijna 1000 in de periode 2006-2008. Verrassend was de vestiging van lepelaars in de gemengde aalscholver/blauwe reigerkolonie in het gebied;  in 2004 zaten er 3 paar, in 2008 reeds 17 paar.

In november zijn de meeste broedvogels vertrokken maar ook voor trekvogels en wintergasten is de Blauwe Kamer een aantrekkelijk gebied. Een trektelpost op de dijk telt  grote aantallen doortrekkers, waaronder veel zeldzaamheden. En op dagen met thermiek is er meestal erg goede roofvogeltrek over de Grebbeberg. Daarnaast overwinteren er veel ganzen en watervogels in het gebied.

 

 

 

 

De Grebbeberg (middag excursie o.l.v. Tarq)

 

De Heimenberg

 

De aarden overblijfselen op de Heimenberg - dat is vóór 1900 de naam voor de Grebbeberg - vormen een wat raadselachtige versterking op zijn zuidoostelijke flank. Het geheel bestaat nu uit een combinatie van twee halfcirkelvormige wallen en twee droge grachten die een ruimte van ongeveer 240 bij 150 m omsluiten. Opgravingen in 2001/2 hebben (eindelijk) duidelijk gemaakt wat de aardwallen op de Heimenberg niet zijn: geen versterking uit de IJzertijd of de Romeinse Tijd, geen Saksisch fort uit de tiende eeuw.

De opgravingen gaven vijf bouwfasen te zien, waarvan de eerste vier uit de tweede helft van de zevende eeuw dateren, de vijfde zeer waarschijnlijk uit de late twaalfde eeuw. De oudste fase bestond uit een halfcirkelvormige wal met een bijbehorende droge gracht (8m breed en 1.40m diep) ter plaatse van de huidige binnenste exemplaren. Al spoedig werd de gracht dichtgegooid en op die plaats kwam een wal die in twee keer tot drie meter verhoogd werd. Houtskool uit de grachtvulling werd 14C gedateerd op het midden van de zevende eeuw. Aan de binnenzijde kwamen twee droge grachten en aan de buitenzijde twee andere die door een lage wal van elkaar gescheiden waren. Hierdoor werd het binnenoppervlak een stuk kleiner.

Dit hele proces heeft zich tussen ongeveer 650 en 710 afgespeeld, waarmee de versterking een plaats krijgt in de strijd tussen de Franken en de Friezen. Wie precies de bouwers geweest zijn, is niet duidelijk, maar gezien zijn offensieve positie tegenover het Frankische gebied, vallen de Franken af. Blijven dus de Friezen of een lokale heerser. Omdat er geen grote vlakopgravingen op het binnenterrein gedaan zijn, weten we van de structuren daar niets, zodat we in het ongewisse blijven over de aard van de bewoning. Was deze overigens intensief geweest, dan waren er ook in de in 2001/2 gegraven onderzoekssleuven wel meer resten van voorwerpen gevonden.

In de late twaalfde eeuw is het binnenterrein aanzienlijk opgehoogd en in die ophoging zijn weer twee droge grachten gegraven. Dat is min of meer overeenkomstig de huidige situatie. De vernieuwing kan iets te maken hebben gehad met een Hollands-Gelderse veldslag bij de Heimenberg, die in 1196 gedocumenteerd is.

 

 

De Grebbelinie

 

De Grebbelinie loopt van de Nederrijn bij Rhenen tot het huidige Eemmeer bij Spakenburg. Na een paar abortieve pogingen in de late zestiende en in de zeventiende eeuw, begon de bouw van de linie in 1743 in verband met het uitbreken in 1741 van de Oostenrijkse Successieoorlog. Een aanval van de Fransen vanuit het Oosten was - net als in 1672 - niet ondenkbeeldig.

 

 

 

loopgraaf

 

Het water in de linie mocht niet te diep zijn (want dan kon men er per boot over), maar ook niet te ondiep, zodat men er per paard doorheen kon. Bij de juiste diepte konden geen van de beide transportmiddelen gebruikt worden, terwijl onder water verborgen sloten en hekken onzichtbare hindernissen vormden.

De hoofdinlaat was de sluis aan de voet van de Grebbeberg. De grootste vrees voor de verdedigers was een eventueel te laag peil van de Nederrijn - vooral in de zomer, het seizoen voor veldtochten - zodat de linie niet vol zou lopen. Daarom was er ook een sluis bij Spakenburg, die men natuurlijk liever niet wilde gebruiken, omdat er dan zout water uit de Zuiderzee zou binnenstromen.

Van even benoorden Veenendaal (ten zuiden lag de Utrechtse Heuvelrug) tot ter hoogte van Soest - waar een Slaperdijk begon - bouwde men een liniedijk die het wegstromen van water in westelijke richting moest voorkomen. Bovendien konden er troepen over verplaatst worden.

Om het van zuid naar noord of andersom instromende water te kunnen reguleren, was het hele tracé in elf kommen verdeeld die door keerkades van elkaar gescheiden waren. Die kades waren potentieel zwakke plekken in de verdediging, omdat de vijand er droogvoets overheen zou kunnen. Daarom worden ze alle verdedigd door een zogeheten aardwerk, waarin soldaten zich konden verschansen.

Van groot strategisch belang was natuurlijk de nog bestaande Grebbesluis zelf: hij wordt door een aantal aarden bastions en andere werken beschermd. Vanaf de Grebbeberg zijn ze goed te zien. Ze maken nu deel uit van het natuurreservaat.

In de loop van de tijd zijn er nog verschillende veranderingen in de verdediging van de Grebbelinie aangebracht, de meeste daarvan vlak vóór de Tweede Wereldoorlog in de vorm van betonnen kazematten.

De enige keer dat de Grebbelinie geïnundeerd is, was in 1939/1940. Door de komst van vliegtuigen had hij natuurlijk veel aan belang ingeboet, maar toch heeft het Nederlandse leger de Duitse grondtroepen hier vier dagen tegengehouden.

 

Programma

 

10.00 uur

                 Koffie/thee in restaurant De Blaauwe Kamer (adres De Blaauwe Kamer 14 6702 PA tel. 0317-421410)

                 Na de koffie een korte introductie over het gebied door de beheerder van het Utrechts Landschap de heer Hugo Spitzen.

10.45 tot 12.30

                 Terreinexcursie onder leiding van Hugo Spitzen. Naast vogelen (kijkhutten en de restanten van de oude steenfabriek) zal ook ingegaan worden op de inrichting en het beheer van het gebied. Neem laarzen of waterdichte schoenen mee, het kan er erg nat en kleiig zijn, nog afgezien van wat de grote grazers achterlaten.

12.30 tot 14.00

                 Lunch in het restaurant De Blaauwe Kamer.

14.00 tot 16.30

                 Onder leiding van Tarq een cultuurhistorische excursie rond de Grebbeberg

16.30

                 Einde van de excursie . Iedereen gaat op eigen gelegenheid huiswaarts.

 

Opgeven

 

Graag vóór maandag 7 november bij Siebe en Marry opgeven of je komt.

E mail:  salgra@hetnet.nl    Tel. 0529-433934

 

Routebeschrijving

 

Vanaf de A12

-  Vanaf de A12 afslag 24, richting Wageningen (naar het zuiden) nemen.

-  na twee verkeerslichten (het stoplicht onderaan de afslag van de A12 niet meegerekend) en een rotonde, bij het derde stoplicht rechtsaf  richting Rhenen. Je rijdt dan om Wageningen heen (veel stoplichten!) (blijf steeds de richting Rhenen volgen) en komt tenslotte op de N225 uit, richting Rhenen.

-  vlak voor de  bocht in de weg (die daarna omhoog gaat over de Grebbeberg), de afslag naar links, richting Opheusden en Blauwe Kamer, nemen; dit is de Grebbedijk.

- Even verder rechtsaf richting de veerpont naar Opheusden. Even voor de aanlegplaats van het veer zie je rechtsaf de smalle inrit van het parkeerterrein van restaurant de Blaauwe Kamer.

 

Vanaf de A15

-  Vanaf de A15 afslag 35, Ochten, naar het noorden, richting Rhenen, nemen.

-  na de brug rechtsaf naar Rhenen, d.w.z. de "ventweg"op en bij het stoplicht rechtsaf slaan (richting Ouwehands Dierenpark) Dit is de N225.

- direct  nadat je de Grebbeberg heelhuids bent afgedaald, afslag rechts richting Opheusden en Blauwe Kamer nemen; dit is de Grebbedijk.

-  Even verder rechtsaf richting de veerpont naar Opheusden. Even voor de aanlegplaats van het veer zie je rechtsaf de smalle inrit van het parkeerterrein van restaurant de Blaauwe Kamer.